Found footage


Wie als curator een tentoonstelling maakt, doet dit meestal vanuit een concrete vraag of fascinatie ten aanzien van de beeldende kunst, al dan niet in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen. Die curator werkt deze vraag uit en onderzoekt de materie van actualiteiten, kunstwerken, kunstenaars en de context.

Wie een film maakt, werkt precies zo. Eerst is er het verhaal dat de filmmaker wil vertellen, dat als leidraad dient voor de opnames, bewerking en montage. De opnames zijn vooraf zorgvuldig gepland en om grip op het project te houden werkt de filmmaker met een storyboard. Hierin staan precies de beelden getekend die in de film een plek moeten krijgen en gegevens over de emotionele sfeer, de muziek, de beweging en aanwijzingen voor montage.

Op deze werkwijze voor het maken van films bestaat een uitzondering: werken met found footage. Hier maakt de filmmaker zijn opnames niet zelf, maar vindt en verzamelt hij fragmenten uit films van andere makers. De fragmenten wijzen allemaal op een herkomst, zonder deze te verraden. In de montage krijgen ze een geheel nieuwe en bevreemdende betekenis. Als maker heb je minder controle, maar tegelijk heb je juist meer vrijheid. Omdat je je niet hebt verbonden aan een vooraf bedacht resultaat kun je je laten verrassen door verbanden die spontaan ontstaan.

Na mijn kennismaking met het werk van de eindexamenkandidaten bedacht ik me dat ik als curator van deze expositie, hoe paradoxaal ook, in dezelfde vrije positie verkeer. In plaats van vooraf een plan te bedenken, kreeg ik een heleboel ‘materiaal’ aangereikt.

Found footage, geworteld in de experimentele, surrealistische cinema van de jaren ’30 van de vorige eeuw, gaat als concept voor deze expositie een bijzondere verhouding aan met de actuele verspreiding van beelden. Online tentoonstellingsruimtes zoals Youtube hebben geen curator: iedereen mag er alles opzetten wat je wettelijk gezien als beeldmateriaal in bezit mag hebben. Anno 2011 staan deze sites op gespannen voet met de traditionele media. De macht van de media als politiek instrument neemt af.

Dezelfde spanning bestaat tussen het fenomeen ‘canon’ en Wikileaks: uit verlangen naar het bewijs voor een eigen culturele identiteit verzint de overheid ‘canons’ (wat moeten we als volk herinneren en bewaren) en aan de andere kant ontwikkelen activisten sites als Wikileaks (wat had het volk eigenlijk niet eens moeten weten). Beide zijn fenomenen met duidelijk een curator!

Welke informatie is relevant en welke niet? Welke kunst is relevant en welke niet: in beide is er een vergelijkbaar conflict gaande tussen een ‘democratisch’ antwoord en het antwoord van een select genootschap. Op welke gronden worden deze afstuderende kunstenaars voor volgende exposities al dan niet geselecteerd? Esthetische kwaliteiten? Politiek correcte motieven? Commercieel aantrekkelijk werk? Wensen van de subsidieverstrekker?

De found footage avantgardisten reageerden destijds al op de mate waarin de media ons wereldbeeld vormen en manipuleren. Bovenstaande schetst de actualiteit hiervan. Hopelijk weten deze afstuderende kunstenaars zich te bevrijden van systemen en mechanismen om hun werk te kunnen doorontwikkelen en tentoonstellen.

Heidi Linck, beeldend kunstenaar
Curator Eindexamenexpositie Fine Art Arnhem 2011